Door: Ertan Basekin en Martijn Klerks
Hoogleraar Jan van Ours: De 63e verjaardag van hoogleraar toegepaste economie Jan van Ours nadert, en dus moet ook hij over zijn pensioen gaan nadenken. „Dan kom je op de website van het ABP, en dan staat er dat ik op mijn 63e al kan stoppen”, vertelt hij. „’Eerder genieten’, heet die optie. Alsof je pas na je pensioen gaat genieten.”
„Dat hangt natuurlijk van de situatie af”, zegt Van Ours, die naar eigen zeggen nog lang niet aan zijn pensioen toe is. Vandaag houdt hij, mét een Feyenoord-stropdas, zijn oratie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. „Het is niet vanzelfsprekend dat pensionering goed of slecht is voor je gezondheid”, vat hij de kern van dat college samen.
Bij het samenstellen van de openbare les stuitte de ervaren hoogleraar – hiervoor had hij een professoraat in Tilburg – nog op verrassingen. „Het verschil in levensverwachting tussen hoog- en laagopgeleiden is enorm”, zegt hij. „Veel groter dan ik dacht.”
Van Ours concludeert: „Voor mensen in zware beroepen is met pensioen gaan gunstig voor gezondheid en geluk. Bij degenen die langer willen doorwerken is het juist uitdagend en goed voor de geestelijke gezondheid om later met pensioen te gaan.”
Flexibele AOW
Van Ours toont zich groot voorstander van een flexibele AOW-leeftijd, omdat de werknemer uiteindelijk opdraait voor de kosten. „Hoogopgeleiden werken waarschijnlijk langer door. De belastingopbrengsten kunnen gebruikt worden om laagopgeleiden eerder met pensioen te laten gaan. In eerste instantie kost het €500 miljoen, maar daarna liggen de AOW-kosten €200 miljoen per jaar lager.”
Vraag is voor wie die flexibele AOW-leeftijd dan moet gelden. Voor mensen met een zwaar beroep, zegt FNV. „Merkwaardig”, oordeelt Van Ours. „Dat is namelijk moeilijk vast te stellen. We kennen het voorbeeld van de stratenmaker met versleten knieën, maar heeft de baas van de stratenmaker ook een zwaar beroep?”
Langere uitkering
De flexibele AOW-leeftijd is niet per se een oplossing om de ouderenwerkloosheid terug te dringen, meent Van Ours. Datzelfde geldt voor de langere uitkeringsduur. Onlangs werden werkgevers en vakbonden het eens over de terugkeer van het derde WW-jaar voor ouderen.
Van Ours, sceptisch: „Met het verlengen van de uitkeringsduur verschuif je het probleem. Bovendien zullen werklozen zich dan minder inspannen, blijkt uit alle onderzoeken.”
Complexer
De hardnekkige werkloosheid onder ouderen is veel complexer. „Ook voor de crisis was het al zo dat ouderen langer hun baan hielden, maar ook langer werkloos bleven”, weet Van Ours. „Als je iets zoekt dat pertinent onmogelijk is: de langdurige werkloosheid onder ouderen op hetzelfde niveau krijgen als bij andere leeftijden.”
Wat dan wel werkt? Dat werkgevers afspreken om altijd een 50-plusser op sollicitatiegesprek te laten komen. „Dat werkte in elk geval bij American footballteams.” En verder het beproefde recept: een aantrekkende economie en arbeidsmarkt. „Alle ouderen als ’verloren generatie’ afschrijven vind ik te somber. Als vacatures langer onvervuld blijven, is dat uiteindelijk ook voor die groep goed nieuws.”