Werkloze te anoniem
Door Ertan Basekin en Martijn Klerks
Werkgevers klagen steen en been dat er geen personeel is, maar toch zijn er nog 400.000 werklozen. En ook nog eens 800.000 ’spookwerklozen’: mensen die meer uren zouden willen werken, bijvoorbeeld, of die de hoop op een baan hebben opgegeven. Waarom zíj het tekort niet kunnen wegwerken? Omdat niemand precies weet wie ze zijn, of wat ze kunnen.
Enorme tabellen heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over het ’onbenutte arbeidspotentieel’ van de BV Nederland. Van mensen die wel willen werken, maar daar vanwege pakweg een studie geen tijd voor hebben, tot de officiële werklozen en de parttimers die meer uren willen maken.
Het zijn er ruim 1,2 miljoen, samen goed voor 700.000 voltijdbanen. Het CBS weet hoe oud ze zijn, weet hun geslacht, en op welk niveau ze zijn opgeleid. Maar welke beroepen ze kunnen vervullen? Dat weet het CBS niet, geeft hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen toe. „Daar willen we binnenkort nog eens onderzoek naar doen.”
Van de meer dan 1 miljoen vacatures die werkgevers dit jaar hebben, is bijna een kwart moeilijk vervulbaar. Maar waarom? Zijn de mensen zonder werk soms niet geschikt? Uit een rondgang van deze krant langs verschillende instanties en deskundigen rijst een ander beeld op: we weten niet wie de werklozen zijn, of wat ze kunnen.
Talent
Het UWV weet veel van de mensen die een WW-uitkering krijgen. ,,Mensen zoeken vooral eerst naar functies die zij in het verleden hebben uitgevoerd”, zegt Rob Witjes, hoofd arbeidsmarktinformatie. „Maar zij hebben ook verborgen talenten. Dit zijn kwaliteiten waar mensen, buiten hun werk, goed in zijn. Misschien dat een werkloze administratieve kracht die al jaren mantelzorger voor zijn moeder is, met die ervaring ook in de zorg kan werken.”
Er zijn genoeg pareltjes van werklozen die werkgevers nog niet hebben opgedoken, zegt ook Aart van der Gaag. De Rotterdammer – met decennia ervaring in de wereld van arbeidsbureaus, sociale werkplaatsen en uitzendbureaus – bevestigt het beeld dat uit de rondgang komt.
„Er is gewoon gebrek aan transparantie”, verklaart hij de moeite die werkgevers hebben om de juiste mensen te vinden. „We roepen dat bijstandsontvangers onbemiddelbaar zijn, maar als je een groep uitnodigt en laat praten met werkgevers, blijkt een kwart gewoon aan het werk te kunnen. De goede kandidaten zijn er wel, maar ze zitten verscholen in de kaartenbakken van gemeenten en instanties. En die houden zich alleen bezig met regelingen en regeltjes, maar laten de uitvoering versloffen.”
Schrijnend
Zelfs belangenclubs met een forse achterban hebben geen overzicht. KBO-PCOB, de grootste seniorenorganisatie van ons land, noemt de situatie van oudere werklozen ’schrijnend’, maar „we weten niet om hoeveel mensen het exact gaat”, zegt een woordvoerder. „Uit onderzoek blijkt wel dat veel ouderen zich al jaren niet op de arbeidsmarkt begeven.”
En als werklozen onbekend zijn, blijven ze ook onbemind. „We investeren te weinig in werkzoekenden, zeker in vergelijking met andere landen”, zegt Ton Wilthagen, hoogleraar arbeidsmarkt aan Tilburg University. „Het gaat om mensen die langdurig langs de kant staan en die in de tussentijd helemaal geen scholing hebben gehad. Die hebben al een achterstand, en op deze manier wordt die alleen maar groter. Het is een groep waar we weinig van weten. Werkgevers hebben het liefst kant-en-klare kandidaten.”
De groep van 800.000 ’spookwerklozen’ is erg divers, stelt de hoogleraar. „Daar zitten ouderen tussen die niet aan de bak komen vanwege hun leeftijd. Maar ook mensen met dikke schulden of psychische problemen. En er zijn mensen die gewoon niet willen werken. Zij gebruiken het sociale zekerheidssysteem om de kosten te dekken.”
Er zitten ook bijna een half miljoen parttimers in die groep die meer uren willen maken. Wilthagen verbaast zich erover „dat zij die extra uren niet krijgen. Heel irrationeel, want het enige dat nodig is, is dat hun contract wordt aangepast.”
Dat werkgevers niet meer voor schaarse arbeidskrachten willen betalen, helpt ook niet mee. „De werkgevers huilen krokodillentranen”, zegt Paul Gautier, hoogleraar aan de Vrije Universiteit. „Er zijn genoeg vacatures die werkgevers kunnen vervullen, maar dan moeten ze meer loon bieden. Dat gebeurt niet.”
„Werkgevers en overheid, verander nou eens iets aan de salarissen en de regels rondom de bijstand”, zegt ook Van der Gaag. „Ik ga ook niet voor een tientje extra per maand werken. Of uitzendklussen doen als ik weet dat ik dan gekort word op mijn uitkering die ik daarna opnieuw moet aanvragen, met een wachttijd van een paar weken.”
Huisvrouw
Er zullen altijd mensen zijn die niet willen of kunnen werken, zegt Gautier. „Over de hele linie daalt de werkloosheid, ook bij de groep die langdurig langs de kant staat. Maar sommige mensen kiezen er bewust voor om huisvrouw of huisman te zijn, omdat de partner een goede baan heeft. Verder zijn er in ons land heel veel parttimers en we hebben een kleine groep die moeilijk plaatsbaar is, zoals jongeren met een migratieachtergrond.”
WW’ers wachten ook langer voordat ze een baan accepteren, zegt Van der Gaag. „De gemiddelde WW-duur wordt langer als de kans op werk stijgt. Mensen gaan dan wachten tot die ene ideale baan voorbij komt. Een derde van de werklozen die de hele WW-duur uitzit, vindt daarna binnen een halfjaar een baan. Dan is er ineens wel gevoel van urgentie.”
Misschien moet de database van werklozen uitgebreid worden met de onderliggende competenties, zegt Witjes UWV. „In België gebeurt dat al. Ik weet alleen niet wat de resultaten zijn. Het blijft hoe dan ook nodig om werkgevers en werknemers met elkaar in contact te brengen.”