Nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) laten zien dat steeds meer werklozen aan het werk komen. In de leeftijdsgroep van 15 tot 35 jaar kunnen werklozen het vaakst binnen drie maanden weer aan de slag. Ook 55- tot 75- jarigen komen weer sneller aan het werk. Deze stijging is echter minimaal. 55-plussers zijn in verhouding tot andere leeftijdsgroepen vaker lange tijd werkloos; het is een hardnekkig probleem dat veel ellende kan veroorzaken. De politiek is aan zet om te zorgen voor een goed vangnet, stelt KBO-PCOB.
In 2016 hadden bijna zeven op de tien werklozen van 55 jaar en ouder meer dan een jaar geen werk, meldt het CBS. Ter vergelijking: onder 15- tot 35-jarigen waren dat er bijna twee op de tien en onder 35- tot 55-jarigen bijna vijf op de tien. Manon Vanderkaa, directeur KBO-PCOB: “Achter langdurige ouderenwerkloosheid gaat veel leed verscholen. Werklozen zijn namelijk bewezen ongelukkiger dan werkenden. Dat zoveel senioren thuis zitten, betekent voor de samenleving bovendien een groot verlies aan kennis en ervaring.” Met name voor 60-plussers blijkt het vinden van een nieuwe baan bijzonder lastig. Dit heeft meerdere oorzaken. Hun functies verdwijnen, of er is niet in hen geïnvesteerd. Financiële voordelen voor het in dienst nemen van 50-plussers zijn niet bekend bij werkgevers of te omslachtig. Ook klopt de beeldvorming bij werkgevers vaak niet. Hogere leeftijd wordt geassocieerd met duur en ziek, en niet met wijsheid en ervaring.
Betere arbeidsmarktpositie
Voor het verbeteren van de arbeidsmarktpositie van 50-plussers is in 2017 en 2018 €68 miljoen beschikbaar. Met het actieplan ‘Perspectief voor vijftigplussers’ zet de overheid in op meer maatwerk, waarbij de competenties van mensen voorop staan en niet hun leeftijd. De maatregelen zijn gekoppeld aan een campagne rond het verbeteren van de beeldvorming over 50-plussers.
Vangnet verdwijnt
De gevolgen van langdurige werkloosheid zijn groot. Na afloop van de WW dreigt armoede voor veel oudere werklozen. Wie geen baan vindt, moet na zijn 55e nog twaalf jaar zien te overbruggen tot de verhoogde pensioengerechtigde leeftijd. Deze armoedeval neemt toe als het huidige vangnet verdwijnt. Nu komen oudere werklozen na afloop van hun WW-uitkering nog in aanmerking voor een uitkering op bijstandsniveau, met een vrijstellingsregeling voor het eigen vermogen. Dit gaat via de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet Inkomensvoorziening oudere werklozen (IOW). De IOAW-uitkering is bedoeld voor mensen die voor 1 januari 1965 geboren zijn. Om recht te hebben op een IOW-uitkering, moet iemand zestig jaar of ouder zijn. Beide uitkeringen, IOAW en IOW, worden momenteel afgebouwd, zodat een steeds kleinere groep hier nog maar aanspraak op kan maken. Intussen wordt de WW-duur korter en stijgt de AOW-leeftijd. Stille armoede en hoge schulden zijn het gevolg.
Oproep aan politiek
De gevolgen van langdurige werkloosheid zijn groot. Na afloop van de WW dreigt armoede voor veel oudere werklozen. Wie geen baan vindt, moet na zijn 55e nog twaalf jaar zien te overbruggen tot de verhoogde pensioengerechtigde leeftijd.
De politiek is aan zet. De Tweede Kamer keek tot nu toe niet naar overbruggingsregelingen voor deze groep oudere bijstandsgerechtigden, tussen het verlies van hun WW-uitkering en de start van hun AOW. Manon Vanderkaa: “KBO-PCOB roept het nieuw te vormen kabinet op zich het lot van deze nieuwe armen aan te trekken. We willen handhaving van de inkomensaanvullingen voor oudere langdurig werklozen. Dat is geen vetpot en uiteraard gaat er nog altijd niets boven een fijne baan. Maar de kans op armoede voor deze groep, waaronder vijftigers met studerende kinderen, is dan iets minder groot. Daarom onze oproep: houd de IOAW en IOW in stand of kom met een nieuwe regeling die het leed van oudere werklozen verzacht. Dat hebben zij niet alleen hard nodig, maar na jarenlange trouwe dienst ook meer dan verdiend.”