De aanpak van het werkloosheidsprobleem is niet meer van deze tijd. De huidige aanpak gaat blijkbaar uit van de gedachte dat er volledige werkgelegenheid is en dat het de werkloze zelf te verwijten valt dat hij/zij geen werk heeft.
Werklozen willen niet, of zijn onvoldoende geëquipeerd. Met die gedachte heeft de overheid (ook PvdA!) allerlei (pest)programma’s en maatregelen bedacht om werklozen te prikkelen weer aan het werk te gaan. Deze aanpak kost veel geld en werkt niet. Dat is niet zo vreemd, want de banen zijn er niet en de huidige aanpak leidt alleen maar tot frustraties. Het is duidelijk dat er de laatste tijd geen sprake meer is van volledige werkgelegenheid en dat kan voor een groot deel op het conto van het gebruik van nieuwe technologieën worden geschreven.
Werkloosheidsprobleem
In de jaren dertig van de vorige eeuw voorspelde Keynes dat in de 21ste eeuw iedereen nog maar vijftien uur in de week zou werken. Nu zijn we zover en wat zien we? Zo ongeveer de ene helft werkt zich een burn-out en de andere helft – de werkloosheid is veel hoger dan de officiële cijfers aangeven – kijkt werkeloos toe. Wij psychologen verdienen daar veel geld aan, dus mij hoort u niet klagen, maar het is wel vreemd hoe we nu met het werkloosheidsprobleem omgaan.
Een negatief gevolg van de huidige aanpak is dat de samenleving steeds meer gespleten raakt en de frustraties toenemen. De werkenden vinden dat de werklozen voor hun geld maar een tegenprestatie moeten leveren, anderzijds kunnen de werklozen de werkenden weer verwijten dat zij al het werk hebben ingepikt, want werk is schaarste geworden. Gek genoeg hoor je dat laatste verwijt nauwelijks. Werklozen leggen veelal de schuld bij zichzelf en kruipen in een slachtofferrol in plaats van in verzet te komen.
Wat vaak wordt gedacht, is dat het hebben van een baan je eigen verdienste is en dat er met die werklozen dus iets mis moet zijn. Feit is dat onder de werklozen ook veel goed opgeleide en ervaren mensen zijn.
24-urige werkweek moet de norm worden
Wil je het werkloosheidsprobleem werkelijk oplossen, dan zullen we volop moeten inzetten op arbeidsduurverkorting, want economische groei alleen zal het werkloosheidsprobleem niet oplossen. Integendeel, bedrijven zullen alleen maar meer investeren in arbeidsbesparende technologieën. In de jaren tachtig is dit middel door de overheid en vakbonden – waar zijn ze nu?! – ook ingezet, wat toen veel banen heeft opgeleverd. Voltijdbanen moeten worden opgesplitst in deeltijdbanen. Uit de vele taak- en functieanalyses die ik heb uitgevoerd, blijkt dat dat vaak heel goed mogelijk is. Een 24-urige werkweek zou de norm moeten worden. De overheid kan dit fiscaal stimuleren en de Arbeidstijdenwet aanpassen. Nu is het nog zo dat het voor een werkgever goedkoper is om één werknemer voor veertig uur in dienst te hebben dan twee voor twintig uur. Dit moet uiteindelijk andersom. Het is duidelijk dat dit, vanwege de financiële consequenties voor de voltijdwerkers, geleidelijk moet worden ingevoerd.
Veel medelijden hoef je echter ook niet met ze te hebben, want de financiële consequenties voor werklozen zijn ook groot. Uitzonderingen kun je maken voor specialistische banen waar schaarste heerst aan arbeidskrachten. Een overheid, die inzet op arbeidsduurverkorting, zorgt uiteindelijk voor een win-winsituatie. Minder burn-outs, voor de meesten weer werk en dus lagere sociale lasten, opheffing van de tweedeling, meer arbeidsdynamiek, minder verspilling van human capital en er blijft meer tijd over voor andere activiteiten zoals het helpen van een hulpbehoevende buurman; de gewenste participatie maatschappij. In plaats van dat we allemaal slachtoffer zijn van de nieuwe technologische ontwikkelingen kunnen we er meer van gaan profiteren. Daar wordt uiteindelijk iedereen beter van. Het is daarom onbegrijpelijk dat herverdelen van werk voor geen enkele politieke partij een speerpunt is.
André Doorlag is pso-psycholoog in de stad Groningen.